Sensorische informatieverwerking
De neurologische verwerking van de signalen van je zintuigen.
Sensorische informatieverwerking is de verwerking van de informatie die we via onze zintuigen binnenkrijgen. Denk hierbij aan: ruiken, proeven, voelen, horen of zien. Maar er zijn ook verborgen zintuigen, zoals het evenwichtsorgaan en het lichaamsgevoel.
Al die zintuigen werken de hele dag samen om ervoor te zorgen dat we goed reageren op onze omgeving. Ze informeren ons in feite over de wereld om ons heen. Ze laten ons weten dat we bij een groen stoplicht door moeten rijden en ze vertellen ons dat we bij een volle blaas naar de wc moeten. Ze bestaan afzonderlijk van elkaar, maar moeten als een geheel functioneren. Gebeurt dat niet dan is er sprake van een sensorisch informatieverwerkingsprobleem. Prikkels komen sterker binnen, of juist minder sterk. Het kind neemt informatie uit de omgeving rommelig waar. Als gevolg daarvan reageert het anders op de omgeving.
Zintuigen die niet zo goed samenwerken
Kinderen met sensorische informatieverwerkingsproblemen, hebben dus simpel gezegd zintuigen die niet goed samenwerken. Dat heeft invloed op het gedrag en communicatievaardigheden van een kind. Anderen kunnen dat gedrag misschien als vreemd ervaren, of onaangepast. Maar in werkelijkheid krijgt het kind informatie over de wereld anders binnen. Dit kan zich vervolgens uiten in taal- en/of communicatieproblemen.
Neem contact opWat valt er dan op?
- Heeft moeite met veranderingen.
- Heeft moeite met de overgang van de ene situatie naar de andere, bijvoorbeeld de overgang van fruit eten naar buiten spelen.
- Heeft driftbuien die uit het niets lijken te komen.
- Moeite met zindelijk worden.
- Slaapproblemen.
- Snel afgeleid door visuele informatie, bijvoorbeeld niks kunnen vinden in hun eigen kamer.
- Moeite met schakelen tussen op het bord kijken en de eigen opdracht op tafel.
- Hekel aan fel licht.
- Eet- en drinkproblemen
- Eet alleen voedsel met bepaalde smaken en beperkt zich tot voedsel met een bepaalde structuur/ temperatuur.
- Toont sterke voorkeur voor bepaalde geuren en smaken.
- Kauwt of likt aan niet eetbare voorwerpen.
- Reageert overdreven bij toevallige aanrakingen, bijvoorbeeld in de rij of bij het naar buiten gaan. Heeft dan snel ruzie.
- Raakt voortdurend bepaalde voorwerpen of mensen aan.
- Krimpt ineen als hij wordt aangeraakt, wil niet geknuffeld worden.
- Heeft een hekel aan vieze handen krijgen tijdens buitenspelen of knutselen.
- Onleesbaar handschrift, kan niet binnen de lijntjes kleuren.
- Hekel aan onverwachte/harde geluiden zoals brommers, stofzuiger, kinderen.
- Houdt handen over de oren om deze te beschermen tegen geluid.
- Snel afgeleid door geluiden in de omgeving.
- Kan niet werken als er achtergrondgeluiden zijn.
- Lijkt niet te reageren op geluiden, ook al is het gehoor goed.
- Geniet van vreemde geluiden, maakt graag harde geluiden.
- Neemt onnodige risico’s tijdens gym en buitenspelen, houdt daarbij weinig/geen rekening met anderen.
- Zoekt beweging op zoals voortdurend rond willen draaien en of lopen door de klas.
- Kan niet stil zitten in de kring.
- Gooit zichzelf voor de grap op de grond, tegen de muur of tegen anderen aan.
- Speelt buiten het liefste alleen.
- Kiest voor rustige activiteiten en vermijdt daarbij juist de drukkere activiteiten/klasgenoten.
- Beweegt houterig en stijf.
- Heeft een hekel aan activiteiten waarbij het hoofd ondersteboven hangt.
